Door de tips toe te passen, zal je merken dat je paard beter ondersteund is en daardoor minder vatbaar voor rugklachten. Om je paard zo gezond en gelukkig mogelijk te houden is het belangrijk om rugproblemen zoveel mogelijk te voorkomen.
Rugklachten bij paarden komen meer voor dan je denkt. Ze staan in de top 5 van meest voorkomende gezondheidsproblemen bij paarden. Helaas wordt rugpijn bij paarden niet altijd herkend en de oorzaken kunnen ook nog eens heel divers zijn.
Het is belangrijk dat je op tijd ingrijpt wanneer je merkt dat je paard pijn of ongemak heeft. De meest voorkomende symptomen zijn:
- singelnijd
- de rug is gevoelig bij poetsen of aanrakingen
- moeite met nageeflijkheid
- moeite met zijgangen
- protest tijdens het rijden
Dit zijn enkele voorbeelden van mogelijke problemen. Je kan deze problemen oplossen met EMS- therapie (zie voor meer info naar massages) MAAR voorkomen is beter dan genezen. De volgende tips gaan je daarbij helpen!
Tip 1: een goed zadel
Een goed passend zadel is essentieel. Een zadel dat niet goed op de rug van het paard ligt, kan diverse problemen veroorzaken.
Het beste laat je elk jaar je zadel nakijken door een goede zadelmaker. Maar er zijn een aantal punten waar je zelf op kan letten.
– De boom van een goed passend zadel ligt ong 2 vingers achter de schouder om de achterwaartse beweging van het schouderblad toe te laten.
– Als het zadel op de correcte plaats ligt, moet men min 3-4 vingers tussen de kamer van het zadel en de rug van het paard kunnen steken. Na het aansingelen nog min 2 vingers.
– Wanneer je zadel op de paardenrug ligt, kijk je onder het zadel door, zowel aan de voorkant als de achterkant. Het zadel mag nergens de ruggengraat raken.
– Het zadel moet over de hele lengte op de paardenrug liggen, wanneer je zadel op 1 plek niet raakt, dan zorgt dit voor extra druk ervoor of erachter.
– De kussens van het zadel mogen niet te hard of te zacht zijn
– Is de balans van je zadel goed? Helt je zadel niet te veel naar voor of achteren?
– Ook de lengte van je zadel is belangrijk, je zadel mag zeker niet voorbij de laatste rib komen.
Tip 2: goed in- en uitstappen
Of je nu een sportpaard of recreatiepaard hebt, de warming up en cooling down is heel belangrijk. Recreatie paarden moeten misschien geen hele ingewikkelde oefeningen doen, het opwarmen van de spieren is net zo belangrijk om blessures te voorkomen.
Instappen doe je ong. 10 min, je probeert zoveel mogelijk de hals te laten zakken en voor de loodlijn te houden. Zo kan je paard naar je hand toe stappen in een actief tempo.
De cooling down doe je 5min in draf, laat je paard liefst zo laag mogelijk helemaal uit stretchen, zodat de afvalstoffen, die door krachtinspanning gevormd zijn, afgevoerd kunnen worden. Vervolgens stap je tot je paard op adem is gekomen en hij zijn overtollige warmte kwijt is.
Ga nooit direct vanuit de stal intensief aan het werk en zet je paard na het werk niet te snel weg, maar bouw het op en af. Houd je paard fit, gezond, los en blij door een goede warming up en cooling down.
Tip 3: train de core-stability van je paard
Om dit stuk goed te begrijpen, leg ik een klein beetje anatomie uit.
Om het gemakkelijk te zeggen, kunnen we spieren in 2 groepen verdelen: de houdingsspieren, deze zijn betrokken bij de rompstabiliteit (core stability) en de bewegingsspieren.
De bewegingsspieren behoren tot de grote spiergroepen, meestal wordt een paard op deze spieren beoordeeld hoe het getraind moet worden.
Maar de houdingsspieren zijn dieper gelegen en niet zichtbaar. Deze kleine spieren lopen rondom de wervels van de wervelkolom en zorgen voor de stabiliteit van de wervels en maken de beweging tussen de wervels mogelijk. Dit zijn de multifidus spieren.
Wanneer de houdingsspieren niet voldoende ontwikkeld zijn, moeten de bewegingsspieren een deel van de functie overnemen. Waardoor er spanning ontstaat in deze spiergroep. Een stijve rug en stijvere bewegingen zijn het resultaat.
Gelukkig zijn er oefeningen, de carrot stretches, om de multifidus spieren te trainen, de zogenaamde core-stability. Bij al deze oefeningen is het belangrijk dat je paard de bewegingen zelf maakt. Nodig je paard eventueel uit met iets lekkers. Probeer elke oefening een paar seconden vast te houden. Doe de oefeningen wanneer de spieren opgewarmd zijn. Probeer zoveel mogelijk te voorkomen dat je paard opzij of achterwaarts stapt. In het begin zal dit misschien niet lukken, maar je zal merken dat er snel verbetering is.
Neerwaartse buigingen:
- neus richting borst
- neus tussen voorbenen, ter hoogte van de voorknie
- neus tussen voorbenen, ter hoogte van de kogels
zijwaartse buigingen:
- neus richting singelgebied, hierbij kun je tegen de schouder van je paard staan en hem om je heen laten buigen
- neus richting flank, ook hierbij kun je hem om je heen laten buigen
- neus richting spronggewrichten, ga hierbij achter of ter hoogte van de achterhand staan, afhankelijk van hoe ver je paard komt
Voorwaartse stretch:
1. neus zo ver mogelijk vooruit
Tip 4: varieer tussen belaste en onbelaste training
Het is belangrijk om binnen je trainingsschema af te wisselen tussen belaste en onbelaste training. Dit is niet alleen belangrijk voor de mentale gezondheid, het is ook goed om de rug- en buikspieren niet te eentonig te gaan belasten.
Met belaste training bedoelen we alles waarbij de rug belast wordt, dus alle trainingen onder het zadel. Onbelaste training is alles vanaf de grond, zoals grondwerk en longeren.
Het is belangrijk om niet alleen de oefeningen tijdens het rijden af te wisselen. Maar voor de rug van je paard is het afwisselen tussen belaste en onbelaste training ook belangrijk.
En buiten alle rijtechnische voordelen van deze afwisseling is het voor jou en je paard ook fijner om variatie te hebben in de training.
Tip 5: zorg voor voldoende vrije beweging
Dagelijkse vrije beweging is belangrijk voor een paard zijn de mentale en fysieke gezondheid. Een paard is gemaakt om gedurende de hele dag te bewegen. In de natuur legt hij zo’n vijf tot tien kilometer per dag af. Een paard dat genoeg beweging krijgt, is gespierder, gezonder en zit beter in zijn vel. Wanneer je paard vooral op stal gehouden wordt, heeft dit effect op het functioneren van de rug. Maar ook op het gedrag van je paard. Probeer er voor te zorgen dat je paard dagelijks kan bewegen in de weide of paddock.